Skip to main content

VC Den Dungen

Laatste wijziging: 25 januari 2017

In 1956 werd Wim Cox als pastoor van de parochie Den Dungen benoemd. In zijn seminarietijd had hij met de volleybalsport kennisgemaakt door toedoen van de legendarische pater Buis, de "importeur" van deze sport in Brabant. Nadat Cox zijn intrek had genomen in de Dungense pastorie, constateerde hij al snel dat het in het dorp eigenlijk maar een dooie boel was, want naast een gymclub, een voetbalclub, een harmonie en de Jonge-Boerenstand was er niets. Hij besloot daarom een volleybalclub en een dameskoor op te richten. Dit laatste zullen we hier verder buiten beschouwing laten.

Doordat Cox voordien als kapelaan in Den Bosch had gewerkt, kende hij daar nogal wat mensen in de sportwereld. O.a. ene Tini Langenhuizen, die trainer was van VC Den Bosch (dat in de jaren zestig ter ziele gegaan is). Vanwege diens organisatorische kwaliteiten verzocht pastoor Cox hem om in Den Dungen een volleybalclub op poten te zetten.
De man deed dat met grote voortvarendheid en binnen de kortste keren had het kersverse VC Den Dungen een groot aantal leden. Het merendeel was waarschijnlijk meer lid uit nieuwsgierigheid naar het onbekende (en omdat er in het dorp niks anders te doen was) dan uit interesse voor de volleybalsport. ("Je bent jong en je wilt wat.") Er werd een bestuur gekozen, pastoor Cox werd geestelijk adviseur en Tini Langenhuizen trainer.

Notulen van de oprichtingsvergadering. Klik voor een grote foto.
p. 1
Klik voor een grote foto.
p. 2
Klik voor een grote foto.
p. 3

Getraind werd er op woensdagavond in het gemeenschapshuis aan het Grinsel. Daarin bevond zich destijds het enige Dungense gymnastiekzaaltje, op de plaats van de huidige bibliotheeklokalen langs het Grinsel. Wat tegenwoordig de ingang van de bieb is, was toen het berghok voor de turntoestellen van gymclub OSS. Het lijkt nu onvoorstelbaar dat men daar heeft kunnen volleyballen: het zaaltje was te smal, te kort en te laag; het zal ongeveer 16 × 7 × 4 meter geweest zijn (het veld liep tot aan de muur). Bovendien hingen er ringen aan het plafond boven het net en touwen boven het achterveld. Langs een zijkant stonden ook nog banken. Maar gevolleybald werd er en gezellig was het er altijd, ook al was er geen kantine.

Na de eerste periode liep het ledenaantal wat terug, omdat voor een aantal "nieuwsgierigheidsleden" het nieuwe eraf was en volleybal toch niet bleek wat ze zochten. Zo bleef een actieve en fanatieke kern over.
Het grootste deel van die leden bestond uit mulo- en middelbare scholieren, een gevolg van het feit dat vooral zij – in de gymlessen op school – kennismaakten met het volleybal. Dit had tot gevolg dat "de volley" in Den Dungen het etiket "eliteclub" opgeplakt kreeg. Men had het wel eens over "die grôtkoppen ùt 't turp en de Litserstroat".

VC Den Dungen ging onmiddellijk aan de competitie deelnemen en met redelijk succes, want na enkele jaren bevonden de heren zich in de 1e klasse, terwijl de dames belandden in de overgangsklasse (die nu promotieklasse heet). Overigens, een 3e en 4e klasse waren er toen nog niet.
De kringcompetitie werd op zondagavond centraal gespeeld in de tot sporthal omgebouwde veilinghal op de hoek van de Hekellaan en het Nachtegaalslaantje in Den Bosch. Dames 1 speelde haar thuiswedstrijden voor de overgangsklasse op zaterdagavond in de sportzaal bij het oude stadion De Vliert, achter het toenmalige café van wielrenner Gerrit Schulte.
In de hal aan de Hekellaan kon het gebeuren dat een bal die je tot bijna aan het plafond speelde, niet meer naar beneden kwam. Hij lag dan op de verwarmingsroosters die een meter onder het dak hingen. In de loop van de week kon je de bal bij de zaalbeheerder komen terughalen. Ook kwam het voor dat wedstrijden afgebroken werden, omdat de spelers de laatste bus of trein moesten halen.

Tussen 1956 en 1960.
Klik voor een grote foto.
Klik voor een grote foto.
 

Na een jaar of vier vertrok Tini Langenhuizen. Als zijn vervanger werd Dungenaar Wim van Hintum aangezocht, die profvoetballer was bij BVV in Den Bosch. Hoe men tot die keus kwam, is niet helemaal duidelijk, want van volleybal wist hij niet zo veel; zijn conditietrainingen daarentegen waren prima (zwaar dus). Nu was dat niet zo erg, omdat de volleybalsport in tactisch opzicht - zeker op de lagere niveaus - nog op een laag pitje stond. Maar in technisch opzicht was het peil hoog. De technieken werden tot in den treure geoefend. Er werd veel strenger op techniek gefloten dan tegenwoordig. Het onderhands spelen was in die eerste jaren nog onbekend. Lage ballen werden voorover duikend of achterover rollend met de bovenhandse techniek gespeeld. Geschaafde knieën of heupen waren dan ook heel gewoon.
Er bestond maar één spelpatroon: de ontvangen service werd naar de midvoor gepasst, die een set-up gaf aan de links- of rechtsvoor, die dan smashte of een tactisch balletje speelde. Zo simpel was dat. Geen switches, midaanvallen, penetraties, staffels, schijnaanvallen, driemeterballen, rallypoint en andere zaken zonder welke het huidige volleybal niet kan bestaan.
Ook van een warming-up en inspelen voor de wedstrijd had men nog nooit gehoord. Elk team had één bal bij zich. De teamleden gingen in een kring staan en hielden zich bezig door elkaar de bal toe te spelen, totdat de scheidsrechter de wedstrijd liet beginnen.

Tegenstanders uit die tijd waren o.a. VC Den Bosch, Rewa Robots, DOS '58, Spirit (alle in Den Bosch), Sagitta, Organon (Oss), VJC, VCV (Vught), Quos Ego (Drunen), Gevok (St.-Michielsgestel), Ever Ready (Vlijmen) en OJC (Rosmalen). In plaatsen als Schijndel, Berlicum, Heeswijk, Geffen, Heesch, Veghel en Liempde had men toen nog nooit van volleybal gehoord.
Elke club had elk jaar zijn eigen buitentoernooi. Die toernooien werden druk bezocht en waren uiterst gezellig. Iedereen kende namelijk iedereen in het volleybalwereldje en er was verder nog niet veel vertier op zondag. Bovendien was er 's avonds altijd bal na; dikke pret dus in het discoloze tijdperk. Omdat auto's nog een luxe vervoermiddel waren, vond het vervoer steevast per fiets of brommer plaats.
Ook VC Den Dungen had jaarlijks een toernooi, dat in de loop der jaren op verschillende locaties verspeeld is: het voetbalveld aan de Paterstraat, de speelplaats van de oude Jozefschool (op de tegels dus!), het veld waar later sportzaal 't Schotsveld stond.
De rivaliteit tussen de clubs was groot. Zo werd er bij wedstrijden tegen Gevok altijd gevolleybald alsof het leven ervan afhing. Dat waren wat je noemt echte streekderby's.

Toernooi op de voetbalvelden aan de Paterstraat.
Klik voor een grote foto.
Klik voor een grote foto.
Klik voor een grote foto.
Klik voor een grote foto.

Ook toen al had men de gewoonte om bij Huub den Boer te vergaderen. Dat gebeurde in de kamer die later tot restaurant verbouwd is. Het bestuur nam altijd plaats voor de grote, ouderwetse schouw die zich daar bevond. Er is ook wel eens vergaderd in de toenmalige huiskamer (nu slijterij) van Huub den Boer!
Een heel belangrijk agendapunt was altijd nr. 3 (na opening en notulen): het woordje van de geestelijk adviseur. Als zodanig traden achtereenvolgens op: pastoor Cox, kapelaan Van der Meijden, pater Hovens en (toen nog) kapelaan Van Beurden.
Het verloop binnen het bestuur was erg groot. Het merendeel van de leden heeft wel eens een of meer bestuursfuncties vervuld.
Trainer Van Hintum werd al snel vervangen door ene Hans Reijs, afkomstig uit OSS-kringen. Na korte tijd werd zijn plaats ingenomen door Jaap de Volder uit Berlicum.

Inmiddels was de vloer van het gymzaaltje aan het Grinsel zo versleten, dat er niet meer getraind kon worden. Gelukkig werden in die tijd de lokalen van de oude kleuterschool verbouwd tot Domus Nostra (tegenwoordig de zaal van de Blauwe Scholk). Maar voordat VC Den Dungen daar haar intrek kon nemen, moest de club een winterhalfjaar naar Den Bosch uitwijken. Op de fiets of met de brommer gingen de leden door sneeuw en vrieskou naar de Damianenschool aldaar. In deze periode bleek dat het niet meevalt om met halfbevroren vingers te volleyballen.
Maar Domus Nostra kwam gereed en nadat er haken in de muren waren bevestigd (die later regelmatig losraakten), was het mogelijk om er een volleybalnet te spannen. Zodoende kon men er op vrijdagavond gaan trainen. Tenminste, als door de leden met vereende krachten eerst de stoelen en tafels vanuit de zaal op het "toneel" (podium) geplaatst waren. Na de training moest dat meubilair weer keurig terug op zijn plaats gezet worden (een verplichting in het huurcontract!); conditietraining genoeg dus. Omkleden deed men op het toneel achter de gordijnen.
In deze periode werd een merkwaardig, inmiddels weer in vergetelheid geraakt fenomeen geboren: het "rundjen-um-de-kèrk" vrijdagsavonds na de training. Daarbij ging het erom wie in gestrekte draf het snelst het parkoers Litserstraat-Rijckevorselstraat-Godschalkstraat-Grinsel aflegde. Ter afwisseling werd ook wel eens een "rundjen-um-den-dijk" gelopen: Donksestraat-Keerdijk-Bosscheweg. De dorst werd vervolgens steevast gelest in het café van Huub den Boer. Dat gebeurde bezweet en wel in trainingspak, want douches waren er niet in Domus Nostra.

In de periode rond en na het tienjarig bestaan hadden veel van de oorspronkelijke leden vanwege studie, werk of verhuizing de club vaarwel gezegd. Er bleef een zeer jeugdig ledenbestand over, maar toch wisten de jongedames zich nog steeds in de overgangsklasse te handhaven. Op den duur waren er nauwelijks nog seniorleden. Henk Schel en Ad Vercruijsse (beiden 18 jaar) namen resp. de heren- en de damestraining op zich. De situatie werd zo erg dat omstreeks 1968 nog slechts een bestuur kon worden gevormd met mensen van 15 tot 18 jaar, zonder enige ervaring op dit gebied.

In 1970 wordt door het bestuur een begroting voor het nieuwe seizoen gemaakt. Daaruit blijkt dat er een financieel tekort van zo'n duizend gulden dreigt te ontstaan; in die tijd voor een sportvereniging een enorm bedrag. De gemeente wil zich alleen garant stellen als de club door extra donateursacties en andere activiteiten het tekort zoveel mogelijk tracht te verkleinen. Het jeugdige, onervaren bestuur ziet met de circa veertig meest zeer jonge, schoolgaande leden geen mogelijkheden om zulke acties op te zetten. Als er ook van de kant van de Jeugdraad (een later opgeheven overkoepelend orgaan van de gemeente) geen steun komt, valt helaas het doek voor VC Den Dungen. Per 15-08-1970 wordt de vereniging opgeheven. Als belangrijkste oorzaken worden aangegeven:

  • versnippering van de benodigde zalen;
  • verhoogde zaalhuren;
  • verhoging van de NeVoBo-contributie;
  • hoge reiskosten;
  • trainersonkosten.

Geschreven door:

Gerard Verheij

Categorie:

historie

Lid worden, een keer meetrainen?

Je kunt altijd kennismaken met trainer en team door een aantal mee te trainen. Zie de informatie bij de teams.

En lid worden kan eenvoudig met het online aanmeldformulier